Fioretti College Veghel

CKV podiumkunsten intro les theater

CKV - Theater Les 1
1 / 83
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 83 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 18 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

CKV - Theater Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze lessenserie gaat over podiumkunst. Hiermee wordt bedoeld: vormen van kunst die opgevoerd worden op een podium in de aanwezigheid van een publiek. Hierbij kun je denken aan vormen van dans, theater, zang, opera, poezie, cabaret enz. Tijdens de lessenserie werken we aan de volgende leerdoelen:

- Je leert over de verschillende vormen van podiumkunst.
- Je leert de reflecteren op de inhoud van een stuk. I.p.v. - vind ik het leuk of niet leuk - bekijk je het stuk op betekenis, decor, kostuums, beweging etc.
- Je verkent nieuwe vormen van kunst en expressie.
Afgelopen periode

In de eerste periode hebben jullie kennis gemaakt met 1 kunstvorm en dat was Beeldende kunst. Binnen beeldende kunst hebben we gekeken naar Graffiti & Streetart, maar ook naar andere kunst die we vinden in de buitenlucht. (denk aan het voorbeeld van de Flying Pins) Daarnaast hebben jullie gezocht naar toevallige kunst. 


Deze periode gaan we aan de slag met Podiumkunst, ook wel Theater genoemd!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

- Je leert over de verschillende vormen van theater.

- Reflecteren en analyseren: Wat zie je, wat hoor je, wat denk je dat het betekent? Het gaat niet zozeer om leuk of niet leuk.

- Je let op decor, kostuums, muziek en beweging en kunt hier een betekenis aan koppelen.

Er is geen sprake van goed of fout. Iedereen ervaart het op zijn eigen manier.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht: Analyseer een door jou gekozen theaterstuk
Zoek een voorstelling op (via youtube) van een theaterstuk wat jouw interesse heeft (dans, cabaret, musical, ballet, opera etc)


Slide 4 - Tekstslide

Waar werken we uiteindelijk naar toe
EINDOPDRACHT PERIODE 2 

Beschrijf aan de hand van onderstaande punten de voorstelling die je gezien hebt. Dat doe je in een verhaalvorm.
(bijvoobeeld: Dit stuk is een komedie over liefde tussen prinsen en prinsessen. Twee acteurs speelden heel vrolijk met hoge stemmetjes...enz.)
Wat moet er echt in je verhaal staan; 
1. Soort theater
(bijvoorbeeld cabaret, dans, muziekvideo, musical, ballet, opera etc)

2. Waar gaar het over/ ofwel wat is het thema
bijvoorbeeld:  liefde, teleurstelling, angst, bedrog, vertrouwen, verleden, droom, geluk. 

3. Welke personages zie je ?
 (bijvoorveeld ouders, kinderen, helden, slachtoffers, prinsen en prinsessen, bazen en knechten)




 n

4. Sfeer
bijvoorbeeld: spannend, droevig, blij, grappig, bloederig, plechtig.

5. Acteurs/spel
bijvoorbeeld: aantal acteurs, acteurs die je goed vindt (geef aan waarom), overdreven of ingetogen, gebaren, opvallend gedrag of bewegingen, bijzonder stemgebruik, een mooie  scene waarin je helemaal 'mee' gaat met de acteur.

6. Decor/waar speelt het zich af?
bijvoorbeeld: huiskamer, kasteel, kantoor, trappen, pilaren voorwerpen of attributen, realistisch of abstract, audiovisueel materiaal (bv. video).

Maak dit verhaaltje  netjes op in een worddocument en voeg voor je leraar de link naar youtube toe. Je krijgt hiervoor een cijfer!





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CKV
Theater

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is theater?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit theater?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit theater?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit theater?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit theater?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dit dan?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dit?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is dit theater?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij
theater?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Theater
 Het woord ‘theater’ komt dan ook van het Griekse ‘theatron’, wat ‘kijken naar een bepaalde plaats’ betekent. 
Er is sprake van theater als er een speelplek is waar een of meerdere spelers voor publiek optreden. 
Dit optreden kan van alles zijn. Een cabaretier kan het publiek vermaken met verhalen en woordgrapjes, een mimespeler vindt dat een beeld meer kan zeggen dan woorden, in opera word gezongen en in de musical worden verschillende stijlen gecombineerd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is theater?
Er is GEEN universele definitie van theater, er is dus geen vaste regel over wat theater precies is. Het antwoord op de vraag "wat is theater?" is mede afhankelijk van de historische en culturele context waarin theater plaats vindt: theater past zich zoals alle kunst aan cultuur aan.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is theater?
Je hebt nodig: speelvlak, spelers en publiek.

Er zijn drie voorwaarden, die je kunnen helpen:
1. Maker en kijker zijn tegelijk aanwezig
2. Theater vindt plaats in de tijd en ruimte van het hier en nu
3. Theater is niet te herhalen: elke voorstelling is anders

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij weleens een vorm van theater bezocht of bekeken?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz theater
Welke theatergenres ken jij eigenlijk al?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk theatergenre was dit?
A
Ballet
B
Cabaret
C
Musical
D
Opera

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk theatergenre was dit?
A
Muziektheater
B
Jeugdtheater
C
Musical
D
Ballet

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk theatergenre was dit
A
Opera
B
Cabaret
C
Ballet
D
Musical

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we deze vorm van theater?
A
Opera
B
Muziektheater
C
Cabaret
D
Musical

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk theatergenre zag je hier?
A
Cabaret
B
Musical
C
Ballet
D
Opera

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk theatergenre zag je hier?
A
Ballet
B
Musical
C
Opera
D
Cabaret

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort waar?
Acteurs
Regisseur
Podium

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

En achter de schermen, wat hoort waar?
Licht
Geluid
Podium

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zit de geluidsman in het publiek?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van het theater

Het westerse theater ontstaat in het oude Griekenland
ca. 500 voor christus werden de eerste theatervoorstellingen gegeven.

De Grieken kende twee soorten theater. De komedie en de tragedie. 

Slide 37 - Tekstslide

Maskers Symbool van het theater. Blij en verdrietig.  Net als de tragedie en komedie van de Grieken.
Odeon van Herodes Atticus
uit het jaar 200
Carré Amsterdam
1887

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2 Cabaret

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cabaret

Cabaret is een verzamelnaam voor grappige opvoeringen die soms ook kritisch kunnen zijn op de wereld om ons heen.  

Er zijn verschillende soorten cabaret maar een cabaretvoorstellingen bestaat meestal uit meerdere soorten cabaret.



Wij gaan er met drie kennismaken: sketch, stand up comedy en fysiek cabaret
Tekst

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij cabaret?

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten cabaret
Stand up comedy: iemand die met microfoon een serie kortere of langere grappig bedoelde verhalen vertelt. 

Sketch: kort en grappig optreden, vaak tussen één en tien minuten met een of meer acteurs. Op het podium of andere omgeving. 

Fysiek cabaret: In de voorstelling ligt de nadruk veel minder op het tekstuele gedeelte, maar meer op acrobatische stunts en grappen met voorwerpen en apparaten. Ook spelen gebaren en non verbale communicatie hierbij een grote rol.
Voorbeelden hiervan zijn: Waardenberg en De Jong, Schudden en de Ashton Brothers.







Slide 42 - Tekstslide

een anekdote is een kort verhaal waarin een gebeurtenis, meestal beleefd door een (historische) persoon, op humoristische wijze wordt neergezet

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen binnen stand up comedy


We kijken nu naar Jochem Myer. Let eens op zijn verhaal, typetjes, snelheid t.o.v. Martijn Koning

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beide heren zijn stand up comedian. Welke verschillen kan jij benoemen?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag in een duo

Zoek cabaret op via youtube en beantwoord  de volgende vragen:

1. Waar gaat het cabaret over?
2. Wat kun je vertellen over de personages?
3. Wat kun je vertellen over het decor?
4. Zit er een of meerdere van de drie soorten cabaret in die wij hebben besproken? Zo ja, welke herken je?

I



Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3 Muziekvideo




Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een muziekvideo is multidisciplinair, dat betekent dat er verschillende vormen van kunst inzitten, waaronder ook theater

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Gebruik het papier op je tafel

Let in de volgende muziekvideo op:
De bewegingen en emoties
De muziek
Kostuums en grime
Decor en omgeving
De boodschap 

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de muziek in drie woorden

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke emoties heb je tot nu toe voorbij zien komen? Benoem minimaal 3 emoties.

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je de kostuums van de dansers omschrijven?

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je dat de boodschap is van dit kunstwerk?

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn favoriete muziekvideo...

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 66 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe klonk Beyonce?
A
blij
B
fel
C
zelfverzekerd
D
vrolijk

Slide 67 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat willen Beyonce en Jay-Z zeggen met deze video denk jij?

Slide 68 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je vertellen over de plek(decor) waar de video is opgenomen?

Slide 69 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Les 4
Dans

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al van dans?

Slide 71 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ballet
Ontstaan rond 1700
Aan het franse hof,
het is de meest technische vorm van dansen
Toneel +
Muziek +
Dans

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Louis de XIV werd ook wel de zonnenkoning genoemd omdat hij de rol van zonnekoning zo mooi kon dansen. 

Kun je je voorstellen dat Willem Alexander in een ballet danst.

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 74 - Video

zo zag ballet er in 1700 ongeveer uit
Bekijk de volgende twee filmpjes 
Let op verschillen en overeenkomsten

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 76 - Video

klassiek ballet

Slide 77 - Video

moderne dans
Moderne dans
Klassiek ballet
Spitzen
Beweging vooral naar boven 
en naar buiten gericht.
Blote voeten
Vallen en opstaan.
Bewegingen aardser/ naar de grond gericht.
Natuurlijke bewegingen van de mens.

Slide 78 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moderne dans: blote voeten, vallen en opstaan,  bewegingen aardser/naar de grond gericht, natuurlijke bewegingen van de mens.


Klassiek ballet: spitzen, bewegingen vooral naar boven en buiten gericht 

Moderne Dans        vs.         Klassiek Ballet

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urban 
Urban dance is een verzamelnaam die we gebruiken om verschillende maar nauw verwante dansstijlen te beschrijven. Toch blijft deze naam verwarrend. Want welke dansstijlen vallen er dan onder urban dance? 

We onderscheiden:
Hip hop
Popping
Locking
House



Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht: Analyseer een door jou gekozen theaterstuk
Zoek een voorstelling op (via youtube) van een theaterstuk wat jouw interesse heeft (dans, cabaret, musical, ballet, opera etc)


Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EINDOPDRACHT PERIODE 2 

Beschrijf aan de hand van onderstaande punten de voorstelling die je gezien hebt. Dat doe je in een verhaalvorm.
(bijvoobeeld: Dit stuk is een komedie over liefde tussen prinsen en prinsessen. Twee acteurs speelden heel vrolijk met hoge stemmetjes...enz.)
Wat moet er echt in je verhaal staan; 
1. Soort theater
(bijvoorbeeld cabaret, dans, muziekvideo, musical, ballet, opera etc)

2. Waar gaar het over/ ofwel wat is het thema
bijvoorbeeld:  liefde, teleurstelling, angst, bedrog, vertrouwen, verleden, droom, geluk. 

3. Welke personages zie je ?
 (bijvoorveeld ouders, kinderen, helden, slachtoffers, prinsen en prinsessen, bazen en knechten)




 n

4. Sfeer
bijvoorbeeld: spannend, droevig, blij, grappig, bloederig, plechtig.

5. Acteurs/spel
bijvoorbeeld: aantal acteurs, acteurs die je goed vindt (geef aan waarom), overdreven of ingetogen, gebaren, opvallend gedrag of bewegingen, bijzonder stemgebruik, een mooie  scene waarin je helemaal 'mee' gaat met de acteur.

6. Decor/waar speelt het zich af?
bijvoorbeeld: huiskamer, kasteel, kantoor, trappen, pilaren voorwerpen of attributen, realistisch of abstract, audiovisueel materiaal (bv. video).

Maak dit verhaaltje  netjes op in een worddocument en voeg voor je leraar de link naar youtube toe. Je krijgt hiervoor een cijfer!





Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laatste les
1. Zoek de vorm van theater via youtube (bespreek deze ter goedkeuring met je docent)
2. Plak de link in een word document
3. Beantwoord de 6 vragen in een verhaaltjesvorm. Let op spelling! Minimaal half a4tje!
4. Maak een mooi voorblad wat te maken heeft met jouw theaterstuk; dit mag je tekenen/schilderen/digitaal maken.
5. Inleveren via teams bij CKV opdracht 2 Podiumkunst

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies